Die dag (deel 4)

***

Parijs.

Hoewel Senn daar regelmatig voor zaken verbleef, waren wij er nog nooit samen geweest. En het lag niet aan mijn volhardendheid, want ik moet wel vijftig keer gevraagd hebben wanneer wij nou eens samen zouden gaan. Ik kon het alleen meestal niet laten om die vraag te vervolgen met “of ben je daar liever alleen met Nicole?”. Gek genoeg kreeg ik nooit een geïrriteerde reactie, maar enkel een glazige blik terug van Senn.

Eenmaal de trein uit, rekte ik me uit en keek ik om me heen. Haakneus was nergens meer te bekennen en het onbehaaglijke gevoel van eerder had blijkbaar dat laatste zetje nodig om volledig te verdwijnen. Ik voelde me voor het eerst in tijden weer eens echt top en gewapend met een grote glimlach ging op zoek naar een taxi. Ik was een paar minuten later onderweg naar mijn hotel, toen de twijfels weer toesloegen. Was dit hele avontuur nou wel zo verstandig? Ik verwierp die twijfels echter weer snel. Het werd tijd dat ik mijn leven weer eens stevig in eigen handen ging nemen. Doortastende en zelfverzekerde Sanne moest maar weer eens de overhand gaan krijgen.

Met deze gedachten in het hoofd besloot ik alvast mijn hakken aan te trekken en in stijl het hotel binnen te gaan wandelen. Ik betaalde de taxichauffeur en stapte uit. Na twee stappen brak ik bijna mijn enkel. Ja, dacht ik, ik moet écht weer de oude Sanne terugbrengen, zelfs op hakken lopen ben ik bijna verleerd.

Na mezelf weer even goed opgefrist te hebben en dé jurk te hebben aangetrokken, was ik er klaar voor. Op naar Senn. Het hotel was op nog geen vijf minuten lopen.

***

Gerustgesteld dat alles geregeld was zoals ik dat wilde, bleef er nog één ding over om te checken. Ik belde het nummer dat slechts drie mensen kenden en wachtte op verbinding.

“Klaar?”, klonk het aan de andere kant van de lijn.
“Klaar”, zei ik.
“Hij is er over een kwartier. Bel me als alles geregeld is.”
De verbinding werd verbroken.

Ik ging aan het water zitten en dacht, zoals zo vaak, aan Sanne. De gebeurtenissen van de laatste maanden hadden onze relatie op allerlei manieren getest, maar ondanks alles bleek er geen storm sterk genoeg om ons omver te blazen. Toch zat haar nerveuze gedrag van voorheen me ergens nog dwars. Dat, plus het feit dat ik al die tijd een groot deel van wie ik geweest was, voor haar achter had gehouden. Hoewel ik twijfelde of die persoon wel écht geschiedenis was…

Waar eerst enkel het geluid mij bereikte, zag ik nu in de weerkaatsing van het meer een helikopter  naderen. Met een oorverdovend geluid, maar met het gracieuze van een ballerina, werd de kist aan de grond gezet. Niemand stapte uit, maar in plaats daarvan ging de deur open.

Ik pakte mijn mobiel en zocht het afgeschermde nummer op, dat maandenlang mijn geweten opdonders gaf. Eigenlijk niet zozeer het nummer, maar de teksten van mijn hand, die de eigenaar van het nummer ongetwijfeld slapeloze nachten hadden bezorgd. Ik bekeek het log, en zag dat het laatste bericht volgens afspraak alweer even geleden was. Ik begon met typen…

Het is tijd.
15:00 op De Locatie.
Verdere instructies volgen.
 
Verzonden.
Ingestapt.
Nog één stop te gaan.

***

Woman on a mission, zo voelde ik me. En niet alleen voelde ik me zo, zo leken anderen mij ook te zien. Hoofden draaiden om bij elke meter die ik aflegde. Jong en oud, man en vrouw. Ik was voor vijf minuten het epicentrum van dit stukje Parijs.

De receptie van het hotel was indrukwekkend en het duurde dan ook even voordat ik door had waar ik moest zijn. Eenmaal bij de juiste balie, vroeg ik de receptioniste te checken in welke kamer Senn verbleef. Ik gaf haar Senn’s kaartje en rap voerde ze zijn volledige naam in.
“Sorry mevrouw, maar er verblijft geen Senn Valk in het hotel.”
Verbaasd vroeg ik haar nog eens te checken, maar weer gaf het systeem geen positief resultaat terug.
Ik bedankte haar en liep richting de koffiehoek in de hoek van de lobby. Nu ik niet wist waar Senn was, werd mijn plan wel ernstig bemoeilijkt. Weer sloeg de twijfel over mijn assertieve actie toe, maar net zo snel verwierp ik die.
Ik opende Google op mijn mobiel en zocht het kantoor van het bedrijf van Nicole op.
Geen hits op haar bedrijfsnaam…

Een raar gevoel begon me te bekruipen. Ik liep weer terug naar de balie en liet een foto van Senn aan de receptioniste zien.
“Heeft u deze man vanochtend ingecheckt?”
Ze bekeek de foto kortstondig en zei:
“Oh, dat is meneer Falcon. Dat is een van onze vaste gasten. Is er iets mis?”
Het kostte me al mijn kracht om op mijn hakken te blijven staan en te antwoorden:
“Nee, nee. Dan heb ik me vergist in de naam. Is hij al ingecheckt?”
“Meneer Falcon is er nog niet, maar zijn broer is er al wel. Hij vroeg net ook al naar hem. Hij zit in het restaurant.”
De receptioniste besefte dat ze iets te loslippig was en zei snel:
“Ik hoop dat u een fijne dag heeft verder mevrouw, kunt u opzij stappen zodat ik de volgende persoon kan helpen?”
Broer?? Ik bedankte haar en in een waas liep ik richting restaurant. Op dat moment voelde ik mijn tasje trillen.
Ik haalde mijn mobiel eruit en ontgrendelde hem. Hoewel het nummer afgeschermd was, wist ik gelijk wie het was…

Het is tijd.
15:00 op De Locatie.
Verdere instructies volgen.

De vloer naderde en alles werd zwart.

***

De helikopter landde, net als een kleine twee uur geleden, gracieus. Het hotel had een eigen landingsplaats en vijf minuten later stond ik bij de receptie. Ik keek op mijn horloge:

12:37

“Meneer Falcon, goed u weer te zien. Hier is de sleutel van uw vaste kamer. De binnentuin van ons hotel is volledig naar uw wensen ingericht en al uw gasten zijn reeds ingecheckt. Enkel mevrouw Falcon ontbreekt nog.”
“Bedankt Lizzy, kan je mij op mijn mobiel bellen als mijn vrouw arriveert? En wees discreet alsjeblieft, dus ook geen woord tegen mevrouw Falcon.”
Lizzy, de receptioniste, keek me in eerste instantie niet-begrijpend aan, maar knikte vervolgens instemmend.
“Uiteraard meneer Falcon, geen probleem.”

Met een gerustgesteld gevoel liep ik richting de liften. Als alles volgens plan zou gaan, zou ik vanavond in Parijs zitten. Ik zou uitkijken over de Seine met een welverdiend glas rode Bordeaux wijn aan mijn lippen. Ik zou genieten van de drank en spijzen, maar bovenal van de wetenschap dat er een nieuw hoofdstuk geëindigd was en de eerste letters van het nieuwe hoofdstuk reeds op papier stonden. Een met Sanne in een hoofdrol. Een zonder leugens, maar met de geboorte van de voorspoed die zij zo verdiende. Zondag zou de eerste paragraaf van dat hoofdstuk met gouden pen door Sanne en mij opgetekend worden.

De sleutel opende de deur van mijn hotelkamer. Voorzichtig duwde ik de zware deur open en tegelijk checkte ik mijn horloge.

12:55

Ik opende het gordijn een fractie, zodat er een strook natuurlijk licht op het bed viel. Twee voorwerpen op het bed lichtten op onder de aanraking van de zonnestralen.
Het ene voorwerp een aluminium doosje, het ander een zilveren balpen.
Het derde voorwerp viel minder op.
Donker van kleur en een frame dat grotendeels uit plastic bestond, maakten dat het zonlicht geabsorbeerd werd.
Ik checkte het magazijn van de Glock 17 en tevreden legde ik het weer apart.

Vanavond sterft een hoofdstuk en wordt een nieuwe geboren.

Maar first things first…

***

Met een zeurende pijn bij mijn slaap deed ik mijn ogen open.
Het eerste wat ik zag, was Haakneus.
Het tweede wat ik zag, was het veel te perfecte gezicht van Nicole.

“Je bent flauwgevallen”, zei Nicole.
Ik keek nog licht verward om mee heen en zag dat we in het restaurant zaten.
“Wie ben jij??”, vroeg ik aan Haakneus. En vervolgens: “Waar is Senn zijn broer?”
“Ik ben Peet en dit is Nicole. Maar jullie kennen elkaar natuurlijk al.”
Nicole zegt:
“En Peet is niet zijn broer, maar we hadden het idee dat de receptioniste anders niet zou zeggen of Senn al gearriveerd was.”
Mijn hoofd duizelde van al de verwarrende informatie van de laatste minuten. Langzaam kwamen de de gebeurtenissen terug en klaarde de lucht in mijn hoofd wat op. Ik keek naar de klok boven de bar:

11:04

Shit. Nog een krappe vier uur.
Ik richtte me tot Nicole.
“Senn en jij zijn hier toch voor zaken? Dus waarom moet je dat vragen?”
Ik besefte me ineens nog iets en tegen Haakneus zei ik:
“Jij volgde mij vanochtend. Waarom? En wat doen jullie hier samen? Wat mis ik hier?”
Haakneus/Peet, zei:
“Jij had hier niet moeten zijn Sanne. Maar nu je er toch bent, kunnen we er maar beter gebruik van maken. Er is een hoop dat je niet weet, dus je zal moeite hebben het volgende te gaan bevatten en geloven.”
Ik wist me nauwelijks meer een gezichtsuitdrukking aan te meten. Dit veranderde toen Nicole zei:

“Laten we snel starten. Jij moet tenslotte over krap vier uur ergens anders zijn…”

Mijn mond viel open…