De Kruimel

“Jij ging echt altijd voor mijn kruimels! Haha”.

Elly lacht keihard wanneer ze dit zegt. De drie andere meiden op het terras lachen mee. De een wat overtuigender dan de ander.

Ik ben eigenlijk niet anders gewend sinds mijn veertiende, maar het laatste jaar is er iets veranderd. Elly was altijd veruit de knapste en de meest zelfverzekerde. Of eigenlijk, ze was het beste in acteren dat ze zelfverzekerd is. Jonge meiden hè … Hoewel, misschien geldt het voor de meeste mensen. Hoe dan ook, we zijn inmiddels eenentwintig en de dynamiek is aan het veranderen. En een iemand in het bijzonder vindt dat niet leuk. Raad wie.

“Bedoel je dat je nadat je de hele taart hebt gegeten, eigenlijk ook de kruimels wilt en gewoon jaloers bent? Ik bedoel, misschien is wat minder taart goed voor je. Is dat een maatje 40 inmiddels?”

Amber en Jen beginnen te lachen, totdat Elly ze verwoestend aankijkt.

“Hoe bedoel je?? Noem je mij dik?”

Ik overdreef bewust een beetje, maar Elly is op zijn zachts gezegd niet heel lief voor haar lijf het laatste jaar.

Wat extra context. Ik hield lang babyvet vast, of misschien was ik gewoon wat voller. Helemaal prima natuurlijk, maar het maakte mij enorm onzeker. Dat kwam bovenop de onzekerheid waar meisjes van die leeftijd sowieso al in baden. En opperbitch dat ze is, maakte Elly er een sport van om mij zoveel mogelijk op mijn puddinglichaam te wijzen. Haar woorden overigens.

Het zorgde ervoor dat ik altijd wijde kleren droeg, niets verhullends. Totdat ik vorig jaar boksen en yoga oppakte. Het leek of Moeder Natuur daar ook lucht van kreeg, want zij besloot mij verder een handje te helpen. Ik ging in half jaar tijd van die kleine chick in Game of Thrones naar Emily Ratajkowksi. Inclusief de borsten. En voordat iedereen mij wil vermoorden, beide lichamen zijn mooi, etc etc, bladiebla en van dat soort teksten.”

Kruimels dus. Dat zit zo.

Altijd als we gingen stappen, was Elly het allesbepalende middelpunt. En als dat even niet zo was, zorgde ze er wel voor. Dat ging zelfs zo ver dat wanneer een van de andere meiden een vriendje kreeg, of dreigde te krijgen, zij onmiddellijk in verleidingsmodus kwam. Zij was tenslotte de leukste en dat moest die jongen ook inzien. En eerlijk is eerlijk, Elly was een prachtige meid. En puberjongens, tja, die zijn snel om na een paar tieten in hun gezicht. Ik gok jaren daarna nog steeds … Een van de vriendjes bleek overigens een ruggengraat te hebben en wees haar avances af. Je begrijpt, zij laat geen moment ongemoeid om te vertellen wat een lelijke, irritante sukkel het is en ‘je bent beter af, Amber’.

Oh ja, kruimels. Omdat iedereen die er enigszins aantrekkelijk uitzag in de ‘aandacht aandacht aandacht’-vortex van Elly gezogen werd, was het haast onmogelijk om eens een potje keihard te tongen met een leuk iemand. Behalve met de kruimels die ze ons bijna letterlijk toewierp. En omdat er toen meestal al de nodige wijn inzat, ging ik vaker dan ik zou willen toch voor gaas. Wetende dat zij hier uiteraard weer hilaaaarische grappen over zou gaan maken. Een van die kruimels was Marco, een verlegen, magere Italiaanse jongen met een collectie puisten op de kin waar je een wereldkampioenschap braille op zou kunnen organiseren. Shit, sorry Marco. Nu klink ik als zij. Dat verdient hij zeker niet, want het was echt een schat van een jongen die helaas gezegend was met een iel lijfje, slechte huid en een gebit waar een paard … Stop, Eef! Bitch. Oh, ik heet Eef ja.

Ik hoor Elly weer lachen, altijd net een decibel of 20 harder dan de rest. Want aandacht aandacht aandacht!!

“Je bent gewoon jaloers, Eef.” Alle knappe jongens wilden mij dus jij bleef achter met die uggos.”

Een knappe, donkerharige man kijkt haar kant op en lacht even.

“Zie je!”, zegt Elly. “Na al die jaren is er niets veranderd.”

Ik kijk die kant op. Het is een groep mannen, vijf om precies te zijn. Ik doe even een ‘double take’, want vier van de mannen zijn belachelijk aantrekkelijk. De vijfde is een stuk ouder en lijkt er beetje buiten te vallen. Hij heeft zo’n glimmende, paarsgekleurde zonnebril op, een heuptasje (of hoe heet zo’n aanstellerig tasje dat aan je schouder hangt en rust op je middel?), een t-shirt met schreeuwende Balenciaga-belettering die er bijna afvalt en een Jake Paul-attitude. Ik vraag mij altijd af wat die gasten in zo’n heuptasje stoppen, wat niet gewoon in de broekzak kan. Concealer? Being a dick for Dummies-handboek? Of logischer, hun coke en andere uppers, downers en however het allemaal moge heten. Ik kijk opzij en zie dat mijn vriendinnen en Elly dezelfde conclusies trekken.

Voorspelbaar genoeg gaat het vanaf dat moment enkel nog over de vier hotties. Ik heb hier niet zoveel zin meer in en overweeg om huiswaarts te gaan om nog even te sporten. Net voordat ik dit wil aankondigen, zie ik de mannen aanstalten maken om richting onze tafel te komen. Shit, ook dat nog. Voor jullie beeld. Elly zit samen met Amber aan de ene kant van de tafel en ik zit met Jen en Floor aan de andere kant. Het hoofdeinde is vrij en de andere kant van de tafel rust tegen de buitenmuur van de kroeg.

De met afstand knapste jongen van het stel kijkt Elly aan en zegt: “Is het oké als wij erbij komen zitten?”

Elly glijdt nog net niet van haar stoel van geilheid en het idee dat ze weer heeft ‘gewonnen’. Ze lacht haar hinderlijk sexy, maar evil smile en zegt: “Als jullie het oké vinden om met hen gezien te worden?”

Haar idee van een grap is altijd om anderen naar beneden te grappen.

“Nou, Elly”, begint de knapperd, “ik wil juist met hen gezien worden.” Hij kijkt mij aan en zegt: “Herinner je mij niet meer, Eef?” Ik kijk nog eens goed. Noooo, kan niet.

Hij lacht hardop (my god, wat een lach) en zegt: “Laat me nog even opnieuw voorstellen dan. Hi, ik ben Marco.”

Nu is het mijn beurt om te glijden. En eerlijk is eerlijk, om dezelfde redenen.

De drie andere knapperds nemen plaats naast mijn andere vriendinnen. Elly kijkt alsof er een schaap voor haar neus wordt geslacht. Ze raapt zich snel bij elkaar en zegt: “Ik wilde toch net gaan, dus veel plezier jullie.”

Net voordat ze opstaat voelt ze een hand op haar heup – inclusief klein beetje kont – en een stem: “Zo meissie, het lijkt erop dat je het met mij moet doen. Als je lief bent, misschien wel letterlijk. Hahaha.”

De vier andere meiden kijken elkaar aan en ik kan het niet laten om te mompelen ‘Kruimel!’

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Boete doen

Vrijdagmiddag, 15.17 uur

Ik heb het appje twaalf keer gelezen. Onbekend nummer, geen foto.

“Cancel je weekendje Antwerpen en zorg dat je vanavond om 20 uur in Café De drinkers zit. Je gaat er geen spijt van krijgen.” 

Ik dacht eerst aan een slechte grap van vrienden, maar die ontkennen een voor een. Spam klinkt ook niet logisch en als prank is het helemaal te zwak. Maar hoe weet deze persoon dat dit ‘mijn’ café is? Vooruit, dat kan nog toeval zijn. Veel verontrustender is dat niemand kan weten dat we een weekend Antwerpen hebben geboekt. Dat was een lastminute-beslissing die Lonneke en ik een uur geleden hebben genomen. Ik bel haar, maar zij is al net zo verbaasd. Is het iemand van het hotel? Een hack?? Ik besluit dat het zoiets moet zijn, want ik krijg ook geen respons op mijn vraag wie en wat dit is.

Ik open nogmaals het ‘gesprek’ in WhatsApp en beweeg naar boven richting blokkeerknop. Net voordat ik druk, verschijnt onder het mobiele nummer ‘aan het typen …’. Ik besluit te wachten.

‘Ik weet dat dit vreemd overkomt, maar ik garandeer je dat dit geen slechte grap of prank is. Je moet een aantal dingen horen. Het gaat je rust geven.’ 

Rust? Waar gaat dit over? Mijn groeiende irritatie maakt langzaam plaats voor iets anders. Het zijn nu onrust en angst die opborrelen en branden als maagzuur. Moet ik de politie bellen? Ga ik gewoon? Uiteindelijk geeft Lonneke de doorslag. Ze belt en zegt dat ze eigenlijk zelf ook té nieuwsgierig is en dat we prima later kunnen vertrekken. Ze voegt toe: “Plus”, voegt ze nog toe, “wat kan er gebeuren in jouw café?”

19.45 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen

De arts vraagt: “Komt er nog andere familie? Ik vrees dat hij niet lang meer heeft.”

Ze kijkt op en zegt: “Ik vrees dat dit het is. Maar ik blijf tot het einde als dat oké is?”

“Vanzelfsprekend.”

20.00 uur. Café De drinkers, Rotterdam

Het zit als vanouds helemaal vol, op een plek in de hoek na. Toevallig ‘mijn’ plek. Ik kijk om mij heen. Geen usual suspects te bekennen, maar voornamelijk vreemden. Misschien is het de onrust waar ik mee binnenstapte, maar iets voelt anders. Het café is groot en bestaat uit twee delen. De voorste ruimte, waar je binnenkomt, heeft links een bar die net zo diep is als de zaal en rechts een tafeltje of twintig. De tweede ruimte ligt vijf meter lager en heeft twee enorme houten tafels staan. Hier worden vaak teamuitjes en privéfeesten georganiseerd. Het trapje dat naar deze ruimte leidt is meestal afgeschermd door een gordijn. Nu niet. De zaal is volledig zichtbaar én vol. En hoe. Elke stoel rondom beide tafels is bezet en ook de vensterbank en andere provisorische zitplaatsen zijn gevuld. Met vrouwen. Allemaal.

Ik kijk nogmaals naar de mensen om mij heen. Ik schat de meesten op een jaar of vijfenveertig, misschien vijftig. Dat is behoorlijk vreemd, want normaal gesproken is het publiek zo rond mijn leeftijd, tweeëntwintig. Een aantal kijkt mij direct aan als hun kant op kijk. Zie ik boosheid in hun ogen? Mijn onrust groeit …

Er verschijnt een groot glas whiskey in mijn blikveld.

“Je ziet eruit alsof je het kunt gebruiken”, zegt een stem die ik denk te herkennen, maar niet kan plaatsen. Terwijl ik zijn ogen zoek, verdrievoudigd mijn hartslag in snelheid. En dan heb ik zijn blik.

“Wie, wie ben jij??“, stamel ik. De man tegenover mij is tegen de vijfenveertig, heeft dik zwart haar en een volle baard. Maar het is zijn blik die mijn hart grijpt. Zijn blauwe ogen ternauwernood dobberend op het oogvocht, verzwaard door ziele-littekens die verhalen vertellen.

“Eerst vertel ik waarom wij hier zitten en met wie.”

“Hoe bedoel je, wie?”

“Geduld. Ik heb veel fout gedaan in mijn leven”, begint hij. “Mensen pijn gedaan. Vrouwen vooral. Voor lief genomen, mij anders voorgedaan, teleurgesteld, niet serieus genoeg genomen. Maar er is maar een iemand die ik het meeste pijn heb gedaan, heb verwoest bijna. In alles werkte ik hem tegen, ik maakte hem zelfdestructief, zodat hij altijd het verkeerde pad koos. Hij verdiende niet beter, daar had ik hem van overtuigd. Mijn gedrag vergiftigde hem en creëerde een alsmaar groeiende sneeuwbal die lieve, oprechte mensen meenam in zijn pad.”

Hij valt stil en kijkt om zich heen. Ogen vochtig, enkele van zijn littekens druppelen langs zijn wang.

Hij wijst: “Dat is Merel. In de twee jaar dat ik met haar datete, was ik met nog vier andere vrouwen bezig. Maar voor haar leek ik het perfecte vriendje. Totdat ik, een clichéverhaal eigenlijk, in het ziekenhuis belandde en ze alle vijf langskwamen. Dat brak haar. Ze was in het verleden ongelooflijk belazerd door haar ex en ik was de eerste in tien jaar die ze durfde te vertrouwen. En dit deed ik ermee. Wat eens een vrouw uit duizenden was, is inmiddels een grijze muis in de marge van het leven.”

Hij wijst naar een corpulente man in de hoek.

“Dat is Frank. Ik was zijn beste maat. Althans, ooit. Inmiddels al even niet meer. Wij hebben samen een gym geopend, wat inmiddels een hele keten is. Ik heb deze keten verkocht voor 6 miljoen en daar heeft hij geen cent van gezien. Tegen de tijd dat hij ontdekte dat ik hem belazerde, was het te laat. Hij is in een jaar tijd van 95 kilo naar 170 kilo gegroeid. Zijn vrouw verliet hem niet veel later.”

Hij zucht even. “Ik kan uren doorgaan, maar de tijd dringt. Iedereen die hier zit, heb ik pijn gedaan. En dat draag ik mee. ‘Waarom zijn zij in vredesnaam hier dan?’ zie ik je denken. Waarom ben ik hier? Waarom jij?”

21 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen

 Ze pakt zijn hand vast. Ze was zo ongelooflijk gek op deze man, totdat ze verliefd werd op een ander. En misschien hadden ze dat kunnen overleven. Tot dat weekend Antwerpen. Toch had ze op dat moment niet door hoe erg zij hem gebroken had toen ze het in de auto, op de weg terug, uitmaakte. Die intens lieve, fascinerende goede man verdiende zoveel meer dan hoe zij hem behandelde.

21.15 uur. Café De drinkers

 Hij gaat verder: “Vandaag 25 jaar geleden veranderde alles. Ik ben nooit meer de oude geworden, niet eens een beetje. Vandaag besloot ik terug te keren naar Antwerpen om de cirkel rond te maken, maar ik heb mijn eindbestemming nooit bereikt. Een ding heb ik wel bereikt vandaag: de rust en helderheid om mijzelf te confronteren. Dat is waarom ik je appte.”

21.34 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen

 De arts zegt: “Zijn hartslag en hersenactiviteit piekte het laatste uur enorm, maar zijn lichaam lijkt er nu mee op te houden. Het spijt me. Ik verwacht dat hij zo gaat.”

“Hij wilde boete doen. Zocht op het einde vergiffenis”, zegt ze.

21.39 uur. Café De drinkers

Ik lijk wel gehypnotiseerd, want ik kan enkel ademloos luisteren.

“Eén dronken nacht veranderde dat weekend alles. Ik was gefrustreerd en jaloers. Ik ging te ver, zei dingen die ik nooit had mogen zeggen. Het was de druppel voor haar. Ik kan bijna het exacte tijdstip terughalen dat ik zag dat ik haar kwijt was.”

“Als ik geen geluk verdiende, verdiende niemand dat. Dat was vanaf die dag mijn mantra. En nu zit ik hier, met al deze mensen en kan ik enkel nog sorry zeggen tegen Merel, Frank en alle anderen in de achterzaal. Ik verwacht geen vergiffenis meer, die verdien ik niet, maar het is de enige geste die ik nog heb.”

21.40 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen

 Ze vraagt: “Gelooft u dat het leven aan je voorbij flitst aan het einde?”

De arts: “Ik heb patiënten gehad die de dood hebben aangekeken en met soortgelijke verhalen kwamen. Dus ja.”

Ze knikt instemmend: “De impact, de pijn van die confrontatie is onvoorstelbaar veel intenser dan van het ongeluk dat hem hier bracht. En op die plek of all places …”. Dat laatste fluistert ze. Het is bijna symbolisch dat hij een paar meter van hier verongelukte.

21.41 uur. Café De drinkers

Ineens voelt het alsof er een enorme deken van rust over mij heenvalt. Alsof iemand mijn voorhoofd streelt totdat ik in slaap val. Ik snap het nu.

“Je weet waar we eigenlijk zijn nu hè?”

Ik knik. “Er waren geen appjes, er is geen kroeg. Er is geen Lonneke meer …” Ik slik even.

Oude Bas kijkt jonge Bas aan: “Sorry lieve Bas, het spijt me voor alles.”

21.41 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen

Lonneke streelt zijn voorhoofd en kust zijn lippen voor de laatste keer. “Dag lieve Bas, het spijt me voor alles.”