Dus toch.
Saar herhaalt het nog eens:
“Je bent gewoon zwanger, doos. En ik kan het weten.” Ze wrijft over haar buik.
“Kom op, we hebben een keer seks per maand en dan hebben we een goede maand.
En met seks bedoel ik dat hij vooral bezig is met het wereldrecord snel klaarkomen aan te scherpen. Het staat op zeven seconden, mocht je geïnteresseerd zijn.”
Saar grinnikt en zegt:
“Mijn vorige vriendjes waren niet veel beter hoor. Maar verliefd hè, dus tja… Gelukkig heb ik nu een goede!”
“Oh ja, je scharrel-date-vriendje. Wanneer ga je die nou eens meenemen?? En oooh, wat zou ik dat gevoel ook weer willen hebben. Dat gevoel van elkaar aankijken en alleen maar denken: dit klopt, dit voelt logisch.”
“Moet je er niet gewoon eens mee stoppen meis? Ik bedoel, je moppert al zo lang over hem.”
“Ik weet het, ik weet het. Maar nu?? Ik kan toch zeker niet nu stoppen? Heeee Nick, twee dingen. Ik ben zwanger van je en het is uit!”
Saar wil weer bijdehand reageren, tot ze de blik van Femke ziet.
“Sorry, ik ben niet zo goed in dat adviesgeefding. Maar als ik iets kan doen: zeggen!”
“Je bent een schat Saar. Ik snap echt niet waarom je zo lief blijft na al mijn gezeik van de laatste tijd, maar ik ben er niet minder dankbaar om.”
Ik kus haar op de wang en zeg mijn buurvrouw gedag.
Zwanger.
Had ik nu maar eerder getest. Domme flapmuts.
Allebei 23, allebei zonder werk, allebei zonder liefde voor elkaar, allebei…
Ik zit tegenover Nick. Allebei op een loveseat nota bene; de enige bank-achtigen die wij in onze zeer bescheiden woonkamer hebben staan. De ironie bezorgt me een poging tot grijns. Not good, want Nick ontspant zienderogen en denkt dat de reden van mijn urgente telefoontje van eerder, een onschuldige is. De brute aanpak dan maar.
“Ik ben zwanger.”
Het wereldrecord gelaatsuitdrukking wisselen wordt ook scherp gezet. Zijn mond valt letterlijk open.
“Wawaat? Van mij?”
Ik ben niet eens verbaasd. Alleen zo’n botte egoïstische hork als Nick kan dat uit zijn bek krijgen.
“Ja van jou! Zak!”
“Okok, sorry sorry. Dat was niet wat ik bedoelde…”
“Uhuh.”
Hij lijkt zich nochtans te herpakken, als ik moet afgaan op zijn serieuze nadenkgezicht.
“Femke, je weet dat ik van je houd.”
Gelul.
“En dit is echt wat ik voor ons zie in de toekomst!”
Gelul. Komt die ‘maarrrr’…
“Maar is dit nou zo slim nu? In onze situatie enzo?”
“Ik ben 25 weken zwanger hè!! Je wordt papa, dus beter begin je er heeeeel snel aan te wennen!”
“Ja okok. Ik bedoel, ik houd van je enzo, maar ja, ik weet het niet. Het is gewoon lastig nu. En ik weet niet of ik dit juist nu kan hebben…”
“Ten eerste, nee je houdt niet van me. En oh, ik ook niet meer van jou. Dat je het weet. Maar we worden wel ouders en dat worden we samen. En juist nu is niet veel anders dan juist morgen of juist overmorgen toch?”
Nick lijkt zijn laatste restje tekst kwijt en staart nog enkel in de ruimte. Dan:
“Ik ga, ik uhm, ik moet even mijn gedachten verzetten.”
Zelf ook moe van dit alles laat ik het maar en ik loop zwijgend naar het balkon. Gedachten verzetten wordt bij Nick één op één vertaald met ‘de kroeg in gaan’. De gedachten dat een toekomstige vader zo met zijn emoties omgaat maakt me triest. Triestigheid is echter niet de emotie die ik nu wil hebben en ik besluit zelf ook afleiding op te gaan zoeken. Ik loop de deur uit en bedenk me waar ik eens de ontspanning ga opzoeken. Ik besluit Saar te bellen, maar krijg geen gehoor.
Een gevoel van enorme eenzaamheid en triestigheid overvalt me weer. Shit, dit is niet wat ik wil. En ondanks al zijn tekortkomingen is Nick ook wel weer een goede gast. En wat als we nou werken aan onze relatie? Ik hak de knoop en besluit Nick te gaan zoeken in zijn stamkroeg; de pub.
Ik rijd de straat uit en sla de grote weg op. Op het moment dat ik wil voorsorteren zie ik echter Nick lopen. Met drie tasjes…
Ik ben verbaasd. Hij heeft dus gebroken met zijn traditie en is daadwerkelijk gaan shoppen voor iets. Ik probeer iets dichterbij te komen zonder mijn aanwezigheid te verraden. Hij loopt duidelijk weer richting ons huis en op het moment dat ik dichterbij kom en zie wat er op de tasjes staat lijkt mijn hart even stil te staan en schiet ik vol.
Prénatal.
Met dikke tranen over mijn wangen rijd ik zachtjes achter hem aan richting ons huis. Ik kan niet rechtstreeks de straat in en moet dus omrijden. Nick en ik komen daarom bijna tegelijk onze straat in en ik kan niet wachten om uit te stappen en naar hem toe te rennen. Ik moet echter eerst parkeren en Nick loopt al richting onze deur.
En belt aan.
Bij de buurvrouw.
Saar doet open, ziet Nick met de tassen en begint te huilen van blijdschap.
Dan zoent Nick haar op de mond…