Vrijdagmiddag, 15.17 uur
Ik heb het appje twaalf keer gelezen. Onbekend nummer, geen foto.
“Cancel je weekendje Antwerpen en zorg dat je vanavond om 20 uur in Café De drinkers zit. Je gaat er geen spijt van krijgen.”
Ik dacht eerst aan een slechte grap van vrienden, maar die ontkennen een voor een. Spam klinkt ook niet logisch en als prank is het helemaal te zwak. Maar hoe weet deze persoon dat dit ‘mijn’ café is? Vooruit, dat kan nog toeval zijn. Veel verontrustender is dat niemand kan weten dat we een weekend Antwerpen hebben geboekt. Dat was een lastminute-beslissing die Lonneke en ik een uur geleden hebben genomen. Ik bel haar, maar zij is al net zo verbaasd. Is het iemand van het hotel? Een hack?? Ik besluit dat het zoiets moet zijn, want ik krijg ook geen respons op mijn vraag wie en wat dit is.
Ik open nogmaals het ‘gesprek’ in WhatsApp en beweeg naar boven richting blokkeerknop. Net voordat ik druk, verschijnt onder het mobiele nummer ‘aan het typen …’. Ik besluit te wachten.
‘Ik weet dat dit vreemd overkomt, maar ik garandeer je dat dit geen slechte grap of prank is. Je moet een aantal dingen horen. Het gaat je rust geven.’
Rust? Waar gaat dit over? Mijn groeiende irritatie maakt langzaam plaats voor iets anders. Het zijn nu onrust en angst die opborrelen en branden als maagzuur. Moet ik de politie bellen? Ga ik gewoon? Uiteindelijk geeft Lonneke de doorslag. Ze belt en zegt dat ze eigenlijk zelf ook té nieuwsgierig is en dat we prima later kunnen vertrekken. Ze voegt toe: “Plus”, voegt ze nog toe, “wat kan er gebeuren in jouw café?”
19.45 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen
De arts vraagt: “Komt er nog andere familie? Ik vrees dat hij niet lang meer heeft.”
Ze kijkt op en zegt: “Ik vrees dat dit het is. Maar ik blijf tot het einde als dat oké is?”
“Vanzelfsprekend.”
20.00 uur. Café De drinkers, Rotterdam
Het zit als vanouds helemaal vol, op een plek in de hoek na. Toevallig ‘mijn’ plek. Ik kijk om mij heen. Geen usual suspects te bekennen, maar voornamelijk vreemden. Misschien is het de onrust waar ik mee binnenstapte, maar iets voelt anders. Het café is groot en bestaat uit twee delen. De voorste ruimte, waar je binnenkomt, heeft links een bar die net zo diep is als de zaal en rechts een tafeltje of twintig. De tweede ruimte ligt vijf meter lager en heeft twee enorme houten tafels staan. Hier worden vaak teamuitjes en privéfeesten georganiseerd. Het trapje dat naar deze ruimte leidt is meestal afgeschermd door een gordijn. Nu niet. De zaal is volledig zichtbaar én vol. En hoe. Elke stoel rondom beide tafels is bezet en ook de vensterbank en andere provisorische zitplaatsen zijn gevuld. Met vrouwen. Allemaal.
Ik kijk nogmaals naar de mensen om mij heen. Ik schat de meesten op een jaar of vijfenveertig, misschien vijftig. Dat is behoorlijk vreemd, want normaal gesproken is het publiek zo rond mijn leeftijd, tweeëntwintig. Een aantal kijkt mij direct aan als hun kant op kijk. Zie ik boosheid in hun ogen? Mijn onrust groeit …
Er verschijnt een groot glas whiskey in mijn blikveld.
“Je ziet eruit alsof je het kunt gebruiken”, zegt een stem die ik denk te herkennen, maar niet kan plaatsen. Terwijl ik zijn ogen zoek, verdrievoudigd mijn hartslag in snelheid. En dan heb ik zijn blik.
“Wie, wie ben jij??“, stamel ik. De man tegenover mij is tegen de vijfenveertig, heeft dik zwart haar en een volle baard. Maar het is zijn blik die mijn hart grijpt. Zijn blauwe ogen ternauwernood dobberend op het oogvocht, verzwaard door ziele-littekens die verhalen vertellen.
“Eerst vertel ik waarom wij hier zitten en met wie.”
“Hoe bedoel je, wie?”
“Geduld. Ik heb veel fout gedaan in mijn leven”, begint hij. “Mensen pijn gedaan. Vrouwen vooral. Voor lief genomen, mij anders voorgedaan, teleurgesteld, niet serieus genoeg genomen. Maar er is maar een iemand die ik het meeste pijn heb gedaan, heb verwoest bijna. In alles werkte ik hem tegen, ik maakte hem zelfdestructief, zodat hij altijd het verkeerde pad koos. Hij verdiende niet beter, daar had ik hem van overtuigd. Mijn gedrag vergiftigde hem en creëerde een alsmaar groeiende sneeuwbal die lieve, oprechte mensen meenam in zijn pad.”
Hij valt stil en kijkt om zich heen. Ogen vochtig, enkele van zijn littekens druppelen langs zijn wang.
Hij wijst: “Dat is Merel. In de twee jaar dat ik met haar datete, was ik met nog vier andere vrouwen bezig. Maar voor haar leek ik het perfecte vriendje. Totdat ik, een clichéverhaal eigenlijk, in het ziekenhuis belandde en ze alle vijf langskwamen. Dat brak haar. Ze was in het verleden ongelooflijk belazerd door haar ex en ik was de eerste in tien jaar die ze durfde te vertrouwen. En dit deed ik ermee. Wat eens een vrouw uit duizenden was, is inmiddels een grijze muis in de marge van het leven.”
Hij wijst naar een corpulente man in de hoek.
“Dat is Frank. Ik was zijn beste maat. Althans, ooit. Inmiddels al even niet meer. Wij hebben samen een gym geopend, wat inmiddels een hele keten is. Ik heb deze keten verkocht voor 6 miljoen en daar heeft hij geen cent van gezien. Tegen de tijd dat hij ontdekte dat ik hem belazerde, was het te laat. Hij is in een jaar tijd van 95 kilo naar 170 kilo gegroeid. Zijn vrouw verliet hem niet veel later.”
Hij zucht even. “Ik kan uren doorgaan, maar de tijd dringt. Iedereen die hier zit, heb ik pijn gedaan. En dat draag ik mee. ‘Waarom zijn zij in vredesnaam hier dan?’ zie ik je denken. Waarom ben ik hier? Waarom jij?”
21 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen
Ze pakt zijn hand vast. Ze was zo ongelooflijk gek op deze man, totdat ze verliefd werd op een ander. En misschien hadden ze dat kunnen overleven. Tot dat weekend Antwerpen. Toch had ze op dat moment niet door hoe erg zij hem gebroken had toen ze het in de auto, op de weg terug, uitmaakte. Die intens lieve, fascinerende goede man verdiende zoveel meer dan hoe zij hem behandelde.
21.15 uur. Café De drinkers
Hij gaat verder: “Vandaag 25 jaar geleden veranderde alles. Ik ben nooit meer de oude geworden, niet eens een beetje. Vandaag besloot ik terug te keren naar Antwerpen om de cirkel rond te maken, maar ik heb mijn eindbestemming nooit bereikt. Een ding heb ik wel bereikt vandaag: de rust en helderheid om mijzelf te confronteren. Dat is waarom ik je appte.”
21.34 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen
De arts zegt: “Zijn hartslag en hersenactiviteit piekte het laatste uur enorm, maar zijn lichaam lijkt er nu mee op te houden. Het spijt me. Ik verwacht dat hij zo gaat.”
“Hij wilde boete doen. Zocht op het einde vergiffenis”, zegt ze.
21.39 uur. Café De drinkers
Ik lijk wel gehypnotiseerd, want ik kan enkel ademloos luisteren.
“Eén dronken nacht veranderde dat weekend alles. Ik was gefrustreerd en jaloers. Ik ging te ver, zei dingen die ik nooit had mogen zeggen. Het was de druppel voor haar. Ik kan bijna het exacte tijdstip terughalen dat ik zag dat ik haar kwijt was.”
“Als ik geen geluk verdiende, verdiende niemand dat. Dat was vanaf die dag mijn mantra. En nu zit ik hier, met al deze mensen en kan ik enkel nog sorry zeggen tegen Merel, Frank en alle anderen in de achterzaal. Ik verwacht geen vergiffenis meer, die verdien ik niet, maar het is de enige geste die ik nog heb.”
21.40 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen
Ze vraagt: “Gelooft u dat het leven aan je voorbij flitst aan het einde?”
De arts: “Ik heb patiënten gehad die de dood hebben aangekeken en met soortgelijke verhalen kwamen. Dus ja.”
Ze knikt instemmend: “De impact, de pijn van die confrontatie is onvoorstelbaar veel intenser dan van het ongeluk dat hem hier bracht. En op die plek of all places …”. Dat laatste fluistert ze. Het is bijna symbolisch dat hij een paar meter van hier verongelukte.
21.41 uur. Café De drinkers
Ineens voelt het alsof er een enorme deken van rust over mij heenvalt. Alsof iemand mijn voorhoofd streelt totdat ik in slaap val. Ik snap het nu.
“Je weet waar we eigenlijk zijn nu hè?”
Ik knik. “Er waren geen appjes, er is geen kroeg. Er is geen Lonneke meer …” Ik slik even.
Oude Bas kijkt jonge Bas aan: “Sorry lieve Bas, het spijt me voor alles.”
21.41 uur. IC-afdeling Ziekenhuis Antwerpen
Lonneke streelt zijn voorhoofd en kust zijn lippen voor de laatste keer. “Dag lieve Bas, het spijt me voor alles.”
Knap geschreven Nils.
Persoonlijk houd ik van korte verhalen met inhoud.
Wat mij betreft kun je continueren.
Succes verder.